De Vlaamse Rand komt tot stilstand
- Hanna El Bachiri & Milan De Naeyer
- 24 jun
- 3 minuten om te lezen
Terwijl de files op de Brusselse ring dagelijkse kost zijn voor duizenden pendelaars en de randgemeenten kreunen onder de druk van sluipverkeer, laat de politiek een kans liggen om eindelijk werk te maken van een ambitieus mobiliteitsbeleid voor de regio. De laatste domper kwam er met de beslissing om het project van de sneltram tussen Willebroek en Brussel-Noord op te schorten. Die beslissing is symptomatisch voor de stilstand in de Rand, zowel in het beleid als op de weg.
“Geen prioriteit”
De Sneltram, die Willebroek in amper 30 minuten met Brussel-Noord zou verbinden, is een onderdeel van het Brabantnet. Dat project werd in 2013 met veel ambitie gelanceerd door de Vlaamse Regering en omvatte drie nieuwe verbindingen voor De Lijn: de Sneltram, de Ringtrambus tussen de luchthaven en het UZ Brussel, en de Luchthaventram tussen de luchthaven en Brussel-Noord. Twaalf jaar later blijft er van die ambitie niets meer over. Enkel de Ringtrambus werd gerealiseerd. De Sneltram lijkt op sterven na dood. Sinds de aankondiging in 2013 is het tracé al verkort en waren er al meerdere vertragingen. Uiteindelijk gaf de Vlaamse regering onder impuls van minister van Mobiliteit, Annick De Ridder (N-VA), het project vorige week de finale genadeslag. Ze kondigde namelijk aan dat er – ondanks de al vele studies en vergunningsprocedures - deze legislatuur geen budget meer voor de Sneltram voorzien zal worden. Minister De Ridder lijkt op die manier gehoor te geven aan het verzet van haar partijgenote en burgemeester van Londerzeel, Nadia Sminate (N-VA), die zich recentelijk hevig verzette tegen de aanleg van een halte voor de tram in Londerzeel.
“Verbrusseling van de rand”
De vraag is of NIMBY-reflexen of budgettaire argumenten echt de enige redenen zijn voor het uitblijven van structurele mobiliteitsoplossingen in de Rand. Wie in deze regio aan politiek doet, stuit vroeg of laat op het spookbeeld van de zogenaamde 'verbrusseling', een begrip dat al te vaak wordt gebruikt als stopwoord tegen vooruitgang. Initiatieven die de levenskwaliteit van huidige inwoners kunnen verbeteren, zoals betere mobiliteit of nieuwe woningen, worden geweerd uit angst voor verfransing en angst om opgeslorpt te worden door Brussel en op die manier grootstedelijke problematieken aan te trekken. Terwijl net onze hoofdstad de plek is waar veel inwoners van de Rand studeren, werken en zich ontspannen.
De verstedelijking van de Rand en de bijhorende uitdagingen zijn onvermijdelijk, of we dat nu graag hebben of niet. Tijd dus voor een wake-up call, want wie zich laat leiden door achterdocht en de problemen op vlak van mobiliteit blijft negeren, kiest bewust voor stilstand in de Vlaamse Rand.
Hoe dan wel?
Nochtans was men vroeger opvallend ambitieuzer. Tot zo’n vijftig jaar geleden reden er zo nog trams vanuit het Pajottenland en Ninove richting Brussel. Pleiten voor de heropleving van die lijnen is pure fictie, maar waarom zouden we die oude trajecten niet opnieuw bedienen met moderne trambussen? Met een beperkt aantal haltes, afgescheiden rijstroken waar mogelijk, en directe aansluiting op het Brusselse vervoersnet kunnen die wél aantrekkelijk worden voor de hedendaagse pendelaar. Vandaag rijden er nog te vaak kleine bussen met te veel haltes die vaststaan in de file. Dit maakt de bus weinig aantrekkelijk voor pendelaars.
Het moet veel aantrekkelijker worden om de auto te laten staan aan Hoppin-punten, metrohaltes en treinstations. Dat vergt veilige, goed uitgeruste en betaalbare park-and-rides en een geïntegreerd ticketsysteem. En ja, ook samenwerking tussen de verschillende gewesten, overheden en vervoersmaatschappijen. Voor één en hetzelfde traject moeten vaak meerdere tickets gekocht worden. Dat maakt het niet alleen duur, maar ook omslachtig en gebruiksonvriendelijk. . Vlaams-Brabant omsluit het Brussels Gewest volledig, maar lijkt het zelden echt te omarmen. Gewestgrenzen, de taalgrens en meerdere vervoersoperatoren lopen er door elkaar, maar sluiten zelden naadloos op elkaar aan. Voor verplaatsingen door Vlaams-Brabant heen is Brussel een onvermijdelijke factor. De voorbije staatshervormingen hebben voor onze mobiliteit geen oplossingen gebracht, integendeel – ze hebben het systeem complexer gemaakt zonder meer efficiëntie op te leveren. En is dat niet net waar een staatshervorming om zou moeten draaien? De regionalisering van de vergunningen en het kluwen aan versnipperde regelgeving heeft ook een impact op taxichauffeurs en bedrijven zoals Uber. Chauffeurs met een vergunning voor Brussel mogen geen klanten oppikken in de Rand, zelfs al bracht men net iemand vanuit Brussel naar daar. Ze worden zo gedwongen terug te rijden, binnen de grenzen van het gewest met een lege achterbank.
Laat het duidelijk zijn: er is nog ontzettend veel werk aan de winkel. Elke dag dat het fileleed in en rond Brussel blijft toenemen, is een dag op het conto van een gebrek aan politieke daadkracht. Daarom deze oproep aan burgemeesters, ministers en alle andere beleidsmakers: de pendelaars snakken naar oplossingen, niet naar excuses. Geef de Vlaamse Rand en bij uitbreiding heel Vlaams-Brabant eindelijk de mobiliteit die ze verdient en nodig heeft.
Comments