8 maart, ook wel Internationale Vrouwendag. En zoals elk jaar werden we overspoeld met statements van politici die hun progressieve standpunten van de daken schreeuwden. Meerderheid en oppositie. Meerderheidspartijen wezen trots naar maatregelen in de zorgsector, naar een herziening van het ouderschapsverlof en naar meer aandacht voor endometriose.
Terwijl de meerderheidspartijen zichzelf feliciteren, grijpt de oppositie gretig de kans om de tekortkomingen aan te klagen.
Maar als we daar even bij stilstaan: zijn al die zaken echt iets om van de daken te schreeuwen die ene dag per jaar? Of is het net een bewijs dat vrouwenemancipatie nog steeds afhankelijk is van politieke beloftes en symbolische aandacht? Vrouwenrechten worden te vaak ingezet als politiek wisselgeld, als iets dat men pas serieus neemt als het uitkomt binnen een onderhandelingsstrategie.
Kijk naar ouderschapsverlof. Ja, het is positief dat het systeem flexibeler wordt, het zou de work-life balance voor gezinnen echt kunnen verbeteren. Elk gezinslid krijgt hierdoor de kans de zorgtaak op zich te nemen. Maar in de praktijk zullen het vooral vrouwen zijn die hiervan gebruikmaken, wat hun economische positie verzwakt. Het is een symptoom van een fundamenteler probleem: zolang er een loonkloof is en zolang de zorgtaak als een 'vrouwelijke' verantwoordelijkheid wordt gezien, blijft echte keuzevrijheid een illusie.

En dan is er nog de politiek zelf. Er zitten slechts vier vrouwen in de federale regering, en het kernkabinet bestaat uitsluitend uit mannen. Dat wordt terecht aangeklaagd, maar tegelijk is het een valkuil om emancipatie te reduceren tot cijfers en quota. Het probleem is niet dat er te weinig vrouwen op de foto staan; het probleem is dat vrouwendebatten nog steeds worden gevoerd vanuit een soort morele verplichting, niet vanuit een diepgeworteld besef dat gelijkheid een evidentie zou moeten zijn. Ruth Bader Ginsburg zei ooit dat er pas volledige gendergelijkheid zou bestaan als het Hooggerechtshof uitsluitend uit vrouwen zou bestaan. Een uitspraak die veel aversie oproept, maar ze had gelijk.
Op 8 maart kloppen we onszelf graag op de borst, maar ik kijk uit naar de dag dat dat niet meer nodig is—dat gelijkheid zo vanzelfsprekend is dat er niets meer te bewijzen valt.
Dat betekent niet dat quota en beleidsmaatregelen nutteloos zijn. Ze kunnen helpen om de weg vrij te maken, maar ze zijn slechts een begin, niet het einddoel. Echte emancipatie vraagt geen jaarlijkse symboliek of politieke windowdressing, maar een fundamentele verschuiving in hoe we denken over gender en gelijkheid. Het is geen kwestie van wetten en cijfers alleen, maar van een maatschappelijke mentaliteit waarin we stoppen met vrouwen als uitzondering te zien in topposities, sport of wetenschap. Het gaat niet om één dag per jaar aandacht vragen voor ongelijkheid, maar om elke dag erkennen dat talent, ambitie en capaciteiten geen geslacht kennen. Op 8 maart kloppen we onszelf graag op de borst, maar ik kijk uit naar de dag dat dat niet meer nodig is—dat gelijkheid zo vanzelfsprekend is dat er niets meer te bewijzen valt.
En ja, ik weet dat Internationale Vrouwendag zaterdag was. Maar het was terraskesweer en ik heb een horecazaak te runnen.
Pia Indigne - Ondernemer, politica en toevallig ook een vrouw
Comentarios